Praktische Tips voor het Kopen en Planten van Bloembollen

Praktische Tips voor het Kopen en Planten van Bloembollen

1. Kies gezonde, stevige bloembollen

Succesvolle bloei begint bij de kwaliteit van de bol. Kies stevige, zware exemplaren met een frisse uitstraling.

Vermijd zachte, beschimmelde of beschadigde bollen; controleer vooral de onderzijde goed.

2. Bestel op tijd

Voorjaarsbollen zijn vaak snel uitverkocht. Bestel daarom al in de vroege herfst. Zo bent u verzekerd van uw favoriete soorten en krijgt u de meest verse kwaliteit.

3. Plant op het juiste moment

Plant bollen 6–8 weken vóór de eerste harde vorst. In Nederland betekent dit doorgaans september tot en met oktober.

Vermijd bevroren of drassige grond; wacht liever tot de bodem vochtig, maar niet nat is.

4. Voorwaarden voor de plantlocatie

De meeste bloembollen hebben minimaal 6 uur zonlicht per dag nodig.

Onder bladverliezende struiken of bomen gaat het ook goed: de bollen bloeien vóórdat de bladeren weer schaduw werpen.

Uitzondering: ons schaduwpakket bevat soorten die juist beter tegen halfschaduw of meer schaduw kunnen. Ideaal voor donkere hoekjes in de tuin.

Vermijd plekken waar water blijft staan; dit vergroot de kans op rot.

5. Drainage en bodemverbetering

In natte grond helpt het om compost of bladmulch door de bodem te werken.

Bij zware kleigrond kunt u het plantgat verbeteren met gemalen schelpen of grof zand voor extra drainage.

Voor echt vochtige tuindelen zijn soorten als kievitsbloemen (Fritillaria meleagris) en zomerklokjes (Leucojum aestivum) geschikt.

6. Diepte en afstand

Plant bollen 2–5 keer zo diep als de hoogte van de bol. Kleine bollen minimaal 5 cm diep, grotere tot circa 12 cm.

Houd voldoende afstand: maximaal 15–20 bollen per m². Groepjes zorgen voor het mooiste effect.

7. Biologische, gifvrije bloembollen

Kies bij voorkeur voor biologische, gifvrije bloembollen. Deze zijn geteeld zonder chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest.

Gifvrije bollen zijn veiliger voor bodemleven, vogels én onmisbaar voor bijen en hommels die vroeg in het seizoen nectar en pollen zoeken.

Door bewust te kiezen, draagt u direct bij aan biodiversiteit in uw tuin.

8. Variatie en bloeitijd

Combineer soorten met verschillende bloeiperioden: van krokus in februari tot Alliums in juni. Zo geniet u maandenlang van kleur.

Probeer de “lasagne-methode”: bollen in lagen planten (bijvoorbeeld tulpen onder narcissen onder krokussen) voor een langere bloeitijd op dezelfde plek.

9. Potten en bakken

Zorg dat potten minstens 3× de hoogte van de bol diep zijn, met een gat onderin voor afwatering.

Plant bollen in lagen en combineer ze eventueel met winterviolen of vergeet-mij-nietjes voor een fraai winterbeeld.

10. Nazorg na de bloei

Knip uitgebloeide bloemen weg, maar laat het loof volledig afsterven. De bol slaat zo energie op voor het volgende jaar.

In vochtige perioden kan een laag mulch helpen tegen onkruid en uitdroging.

Terug naar blog